Dierenmishandeling



NRC Handelsblad


10 februari 2012 vrijdag


Terwijl dierenpolitie toekijkt poept de hond op het laminaat;
Een middag op pad met de dierenpolitie in Gelderland: een uitgemergelde labrador en 36 pony's die in hun eigen uitwerpselen staan

BYLINE: Annette Toonen

SECTION: Binnenland

LENGTH: 1452 woorden

SAMENVATTING

Over vier jaar moeten er vijfhonderd agenten bij de dierenpolitie zijn. De eersten zijn al aan het werk. Wie zijn ze? Wat doen ze? ,,Hoe laat krijgt die hond te eten?"

VOLLEDIGE TEKST:

Het is rond het middaguur, maar de gordijnen van het rijtjeshuis zitten nog dicht. Agent Serge Smulders van het korps Noord- en Oost-Gelderland en inspecteur Willem Wannyn van de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming bellen aan. De ruiten op de bovenverdieping zijn beslagen; er moet iemand thuis zijn.

Smulders, agent bij de pas opgerichte dierenpolitie, bezoekt dit adres in Apeldoorn voor de tweede keer. Hij wil weten of het beter gaat met de drie verwaarloosde honden die hier wonen, of de adviezen die hij vier weken geleden gaf, zijn opgevolgd. De grootste van de drie, een uitgemergelde labrador, baart hem de meeste zorgen: ,,Ik schrok er echt van. Je zag het bot op zijn kop zo zitten."

De honden slaan aan. Een tengere, oudere vrouw doet open. Haar vest dichtknopend, haren in de war, ruikend naar alcohol. In de gang liggen bierblikjes, de woning stinkt.

Onder de eettafel in de schemerige woonkamer is het nat. De honden hebben geknoeid met water, beweert de vrouw. Maar de districtsinspecteur en de dierenagent weten wel beter; dit is urine. Terwijl de beambten de honden met een zaklampje controleren op vlooien, plast een van de dieren weer over de vloer, dit keer ter hoogte van de salontafel. Aan de opbollende vloer te zien, is dat op die plek al vaker gebeurd. Onder een bijzettafeltje tilt een van de honden een achterpootje op. Zijn drol glijdt zo op het laminaat.

De labrador springt op het bankstel. Het dier is vel over been. Wanneer krijgt hij te eten, wil de inspecteur weten. Om één uur en tegen zessen, zegt de partner van de vrouw. Zij is ondertussen op de bank gaan zitten. Eén uur is veel te laat, vinden Smulders en Wannyn. ,,U kunt de honden beter 's morgens voeren. Mensen hebben toch ook energie nodig om de dag door te komen."

Wat geeft u de dieren? De man haalt een grote zak brokken op uit de keuken. Die heeft hij na het eerste bezoek van de dierenagent gekocht van de dierenarts, voor 55 euro. ,,En we doen er nog geen maand mee", moppert de vrouw. Terwijl de man met de zak in zijn handen staat, springen de honden wild tegen hem op, hongerig als ze zijn. De vrouw, een tweede shagje draaiend, wordt steeds bozer van alle vragen: ,,Ik word hier echt pissig van, alsof ik niet goed voor mijn honden zorg. Ik ben een echte dierenvriend. Deze hond is altijd al mager geweest."

Voordat het uitloopt op ruzie, nemen de inspecteur en de agent haar partner even apart in de ook al rommelige keuken - op het aanrecht plastic afval, karton, een glas halfvol bier, een verdord kerststukje. Ze laten de honden even de tuin in. De labrador likt over het ijs van de bevroren vijver. ,,Daar haalt hij waarschijnlijk meestal zijn water vandaan", zal de inspecteur later zeggen.

De honden zijn nog niet fatsoenlijk uitgelaten, ze hebben niks gegeten, hun teennagels zijn te lang. Of het stel nou last heeft van migraine of de rug, daar mogen de dieren niet onder lijden, menen de agent en de inspecteur. De labrador is wel iets vooruitgegaan, constateert Smulders. Ze vinden dat de man vandaag nog met de honden naar de dierenarts moet. Wannyn en Smulders zullen zelf ook contact met de arts opnemen. Daarna bekijken ze de situatie opnieuw.

Terug bij de auto desinfecteren ze hun handen. Tjonge, wat was het daar vies.

Serge Smulders doet dit werk nu een paar maanden. Hij is een van de vijfhonderd animalcops die de komende vier jaar bij de Nederlandse politie aan de slag gaan. Smulders was jarenlang dierenverzorger in dierenparken. Sinds 2006 werkt hij bij de politie. Als animalcop - een van de vijf in Noord- en Oost-Gelderland - kan hij nu zijn affiniteit voor dieren en het politiewerk combineren. Hij heeft een cursus van zes dagen gevolgd aan de Politieacademie, maar moet nog veel leren, beseft hij.

,,Je leert het vak pas in de praktijk", vindt zijn partner Willem Wannyn. Hij is een oud-politieagent die al 25 jaar als diereninspecteur werkt. ,,Ik verleen assistentie aan de korpsen in Noord- en Oost-Gelderland en Twente. Ik probeer de dierenpolitie zo veel mogelijk bagage mee te geven." Hij doet het graag, maar vindt het tegelijkertijd frustrerend. ,,Een ander doet nu het werk dat ik altijd deed." De dierenpolitie stelt voortaan als eerste een onderzoek in en maakt eventueel een proces-verbaal op. Als de politie vindt dat een verwaarloosd dier moet worden weggehaald, dan wordt de inspectie ingeschakeld. Die kan voortaan niet meer ingrijpen via een strafrechtelijke route, maar een bestuursrechtelijke, via de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Er is vaak lacherig gedaan over de dierenpolitie, een initiatief van PVV-Tweede Kamerlid Dion Graus. Korpschefs hadden er maar weinig zin in. Smulders: ,,O ja, zeker, er worden grapjes gemaakt - dan heten wij caviapolitie of er wordt gezegd: ga boeven vangen. Maar ik merk ook interesse. En", zegt hij, ,,we blijven natuurlijk gewoon politieagenten. Als ik er ergens ben en er gebeurt iets, een overval of een ongeval of zo, dan ga ik daar meteen naartoe." Wannyn en Smulders wijzen op het belang van hun werk, ook voor mensen. Uit studies is gebleken dat er een relatie bestaat tussen dierenmishandeling en seksueel geweld en mishandeling en verwaarlozing.

Later die dag staan de twee opnieuw met hun schoenen in ,,de drek", maar dan op het erf van een wat oudere, vrijgezelle hobbyboer in het buitengebied van Epe. Overal oude troep: volle vuilniszakken, losse stukken afvalhout. In de stallen hangt donkere spinrag in lange slierten van de plafonds naar beneden. Of zoals Wannyn het zegt: ,,Het is hier een verwaarloosde bende."

De eigenaar houdt veertien paarden en pony's, zegt hij zelf. Het blijken er 36 te zijn. Ze staan ,,te nat", dat wil zeggen in hun eigen uitwerpselen. In een aantal boxen ligt een dikke laag zwarte blubber. Wannyn is hier al eens eerder is geweest. Dit keer neemt hij geen genoegen meer met de uitvluchten van de man. Op strenge toon: ,,Wat is er nou zo moeilijk aan het maken van een afspraak voor het kappen van de hoeven?"

De hobbyboer herhaalt steeds dat hij afgedankte paarden de gang naar het slachthuis wil besparen. Als hij ze krijgt aangeboden, neemt hij ze in zijn stallen op. ,,Maar ik doe het niet meer. Misschien moet ik stoppen." Die politieauto in de berm bevalt hem niet: ,,Je bent zo snel besmet."

De beambten geloven hem niet zo. ,,Ik heb het idee dat het hem helemaal niet boeit. Dat het er zo bij ligt, is gemakzucht, puur gemakzucht", zal de inspecteur naderhand zeggen. De twee zijn onverbiddelijk; de hobbyboer krijgt een proces-verbaal wegens ,,het onthouden van de nodige verzorging". Ook hij moet actie ondernemen, de dierenarts bellen. Over een paar weken komen Wannyn en Smulders terug.

144, en wat dan?

Honderden keren per dag wordt het alarmnummer 144 gebeld. Het nummer is sinds 15 november 2011 operationeel. Afgelopen zaterdag kwamen er 2.800 meldingen binnen, een record, vanwege de kou. Gemiddeld krijgt 144 tussen de 500 en 800 telefoontjes per dag.

Veel melders kunnen direct worden gerustgesteld, volgens woordvoerder Ed Kraszewski. Er komen op dit moment veel berichten binnen over dieren die buiten staan, maar heel veel dieren kunnen daar goed tegen, zegt hij.

De 25 centralisten van 144, gehuisvest bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Driebergen, beoordelen de meldingen en sturen ze door naar de instantie die ze bevoegd achten voor de afhandeling. Dat kan de dierenpolitie zijn, de Dierenbescherming, de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming of de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA).

De dierenpolitie wordt ingeschakeld bij een vermoeden van een strafbaar feit. Als daar geen sprake van lijkt te zijn, wordt de melding doorgesluisd naar de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming of de Dierenbescherming. De nVWA handelt meldingen af over bedrijfsmatig gehouden dieren.

De woordvoerder erkent dat de dierenpolitie voor een deel dezelfde taak heeft als de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming. ,,Maar de Dierenbescherming is veel beperkter van opzet", zegt hij. ,,Er waren ook altijd minder meldingen. Nu krijgen we er veel meer, en hebben dus ook meer mensen nodig."

Via een 'nieuw loket' van de Dierenbescherming worden de dierenambulances ingeschakeld. Voorheen gebeurde dat meestal via de plaatselijke politie. De Federatie Dierenambulances Nederland beklaagt zich over de doorgifte van de meldingen. Die zijn soms niet specifiek genoeg of zijn in een gebied waar de ambulances niet actief zijn. Deze week is daarover een gesprek tussen de Dierenbescherming en de federatie.

 

 

 

de Volkskrant                             2 februari 2012 donderdag


Emo-paarden Film;
Beschouwing de paarden uit war horse

BYLINE: Door Floortje Smit

SECTION: V Opening; Blz. 2

LENGTH: 1036 woorden

De paarden in War Horse springen over vuur, struikelen, hinken en sterven. Eerder werd bij dit soort scènes niet op een dood paard meer of minder gekeken. Spielberg pakte het anders aan. Door Floortje Smit

Het lijkt wel alsof hij kopjes geeft. Terwijl zijn vrouw de kersverse eigenaar van Joey ongenadig op zijn lazer geeft omdat hij een fortuin heeft uitgegeven aan een schijnbaar nutteloos paard, bonkt Joey zelf met zijn hoofd plagerig tegen de man alsof hij tegelijkertijd de spanning even wil breken en hem gerust wil stellen.

Regisseur Steven Spielberg stond versteld. Dit had hij niet zo 'gestoryboard' sterker nog: hij had het niet eens kunnen verzinnen. En ook de paardentrainers op de set hadden hier helemaal niets mee te maken. Nee, het paard deed het uit zichzelf. En niet een keer, maar opname na opname, na opname.

'Het was een van die wonderen die ik meemaakte tijdens het maken van War Horse, vertelde de regisseur tijdens een persconferentie. 'De paarden begonnen te improviseren en overtroffen daarmee onze wildste dromen en grootste verwachtingen.'

Wat hij natuurlijk wel wist van tevoren: War Horse de titel verraadt het al een beetje valt of staat met de prestaties van de paarden. Het jeugdboek uit 1982 waarop het is gebaseerd, vertelt het verhaal zelfs uit het perspectief van paard Joey dat van zijn eigenaar wordt gescheiden als hij in de Eerste Wereldoorlog wordt ingezet.

Daar koos Spielberg niet voor, maar desalniettemin moest het paard in de film misschien wel meer emoties kunnen overbrengen dan bijvoorbeeld in films als The Horse Whisperer (1998) en Seabiscuit (2003). Die films konden nog leunen op het samenspel van paard en de menselijke hoofdrolspeler(s), in War Horse kon dat niet. Paard Joey wisselt regelmatig van eigenaar, en de interacties tussen hem en de andere paarden die hij ontmoet moesten ook een emotionele lading krijgen.

Dus op het moment dat hij wist dat hij het ging regisseren, ging Spielberg naar zijn eigen stallen hij had op dat moment acht paarden, zijn 15-jarige dochter is wedstrijdruiter en begon foto's te nemen met zijn telefoon. 'Vanuit alle mogelijke hoeken ik probeerde te zien hoeveel expressie ik kon vangen. Toen realiseerde ik me dat je dat niet zozeer voor elkaar krijgt via de ogen of het gezicht. Een paard drukt zichzelf uit met zijn hele wezen. Je hebt de benen nodig, de staart, de oren vooral de oren.'

En wat maken ze daar gebruik van in War Horse. Verdriet, blijdschap het lukt uitstekend om als kijker die emoties op het paard te projecteren. Rivaliteit, moederliefde, vriendschap het is allemaal te zien. Imponerend wat horsemaster Bobby Lovgren voor elkaar kreeg met de

150 paarden die hij en zijn team trainden. Hoofdrolspeler Joey werd gespeeld door veertien paarden zo was de ene een veulen, een ander onbevreesd voor harde knallen, en stond een derde paraat als stand-in bij vermoeidheid. Veel van de emotie kwam van Lovgrens eigen paard Finder, die hij aankocht na de opnames van Seabiscuit.

Maar de paarden moesten in de film meer doen dan alleen emotie uitdrukken. Lovgren leerde ze struikelen, hinken, sterven. En dat alles zonder te worden afgeleid door de honderden figuranten, de felle lichten en de knallen, rook en vuur op de set. In een spectaculaire scène galopperen honderd paarden tegelijk op het vijandige Duitse kamp af. Ze springen over vuur en vertrappelen tenten, terwijl hun ruiters de verraste soldaten neersabelen.

Wat Spielberg wilde laten zien was onmogelijk, zo werd hem van tevoren verteld. Tenminste: tegenwoordig. Bij vroegere films werd bij dit soort massascènes nooit op een dood paard meer of minder gekeken. De beroemde paardenrenwedstrijd uit Ben Hur (1925) kostte naar verluidt zo'n honderd paarden het leven. Nog veel gruwelijker was The Carnage of the Light Brigade (1936) waarin een kudde paarden op volle snelheid richting struikeldraad werden gestuurd zeker 25 overleden, hoewel sommige bronnen melden dat het er zeker tweehonderd waren. Het is de reden dat de film met Errol Flynn nooit een re-release kreeg en dat het Amerikaanse congres zich druk begon te maken over de veiligheid van dieren in films. Nadat een geblindeerd paard in Jesse James (1939) te pletter viel toen hij van een klif was gestuurd, begon de American Humane Association (AHA) die van hun 'No Animals Were Harmed'-boodschap aan het einde van films toezicht te houden op filmsets.

Waar ze vaak als lastig worden gezien, waren ze bij Spielberg meer dan welkom. Hij had vooraf bezworen dat de paarden 'nog geen schrammetje' mochten oplopen. Prikkeldraad was ongevaarlijk plastic, gelanceerde meubels tijdens de veldslag waren van foam. De paarden lieten nooit echt een tent instorten en als ze over vuur springen is dat een montagetruc. Het rapport van de AHA vertelt verder onder andere dat de regen altijd uit warm water bestond, en de modder op de paarden 'niet-giftige, diervriendelijke special effect make-up' is. Hoe gruwelijk het er ook uit ziet: het zijn op één moment na altijd echte dieren, en ze waren nooit in gevaar. War Horse kreeg daarmee de hoogste waardering die de organisatie toekent: outstanding.

Dat kon ook niet anders natuurlijk, in een film die dierenmishandeling als thema heeft, gemaakt door de vader van een 15-jarige amazone.

'De paarden begonnen te improviseren en overtroffen daarmee onze wildste dromen en grootste verwachtingen'

Uggie Moeten dieren in aanmerking komen voor een Oscar? Het blijft de gemoederen bezig houden. Spielberg vindt in ieder geval van wel, zei hij tijdens een persconferentie over War Horse. Niemand kon de afgelopen weken heen om de lobby voor Uggie, de hond uit The Artist. Dog News Daily is inmiddels in het gat gesprongen door dit jaar voor het eerst de Golden Collar Awards te organiseren. Maar ook daar bleken de nominaties niet onomstreden. In een open brief aan de L.A. Times klaagde regisseur Martin Scorsese dat de dobermann Blackie uit zijn Hugo niet in aanmerking komt voor een prijs. Hij denkt dat het te maken heeft met het negatieve imago van het ras, zeker vergeleken met de 'kleine, schattige' Jack Russells en de gemene rol die de hond speelde. 'Ik ben trots op Blackie, die alles heeft gegeven en het aandurfde de sympathie van het publiek op het spel te zetten.'

 

Walgelijke dierenmishandeling in Amerikaans slachthuis

 

07-02-2008 | 00:00: Foxnews kwam op 30 januari met het volgende bericht. Voor uw gemak hebben we het bericht in het Nederlands vertaald;

Westland, een firma in vleesverpakking in Californië, werd onlangs verboden om schoolmaaltijden te leveren, hangende een onderzoek in dierenmishandeling.

Een undercover opgenomen video in het toeleverende slachthuis toonde schokkende beelden van medewerkers die zwakke melkkoeien fors mishandelden. Er is toegezegd dat adequate acties zullen worden genomen indien blijkt dat de wetten op voedselveiligheid en dierenmishandeling zijn geschonden.

De video toont dat koeien die gewond waren of te zwak om te lopen door de medewerkers werden geschopt, geslagen en op andere vreselijke manieren werden mishandeld om ze het slachthuis in te loodsen.

Deze praktijken zijn niet alleen onmenselijk, maar kunnen er ook de oorzaak van zijn dat geïnfecteerd vlees aan de voedselketen wordt toegevoegd. Zwakke koeien hebben namelijk 58% meer kans om ziektes als E.coli en salmonella onder de leden te hebben. Ziektes waar honderden Amerikanen per jaar aan overlijden.

Er werd gesteld dat er geen direct gevaar bestaat voor de volksgezondheid, maar tot het onderzoek is afgerond mag het bedrijf geen vlees leveren.

 


Het betrokken bedrijf, Westland, is een belangrijke leverancier van het USDA programma, dat vlees levert aan behoeftige families, ouderen en schoolkinderen. In de jaren 2004/2005 werd Westland genomineerd als leverancier van het jaar en heeft vlees geleverd aan scholen in 36 staten.

De video die op 30 januari jl. is afgegeven bij “The Humane Society of the United States” is het resultaat van een 6 weken durende undercover operatie.

Het toont het schoppen van de koeien door de werknemers van het slachthuis. Ook werden de koeien geramd met een vorkheftruck terwijl ze het uitschreeuwden van de pijn.
Of dat nog niet genoeg was werden de koeien in de ogen gestoken en met elektrische schokken bewerkt.
In één scene spuit een medewerker met hoge druk water in de neus van een koe, wat door de “Human Society” werd omschreven als een vorm van dieren “waterboarding", een vorm van marteling dat verdrinking simuleert.

De wettelijke verordening van Californië staat over het algemeen niet toe dat zwakke dieren worden mishandeld, zoals het wegslepen van koeien aan kettingen of het gebruik van een vorklifttruck. De wet adviseert om zwakke en zieke dieren buiten de voedselketen te houden omdat ze een hoger risico geven op E-coli en salmonella besmetting of BSE omdat zij zichzelf onderschijten en hun immuunsysteem vaak zwak is.

Westland heeft naar aanleiding van de video twee medewerkers ontslagen en de toezichthouder op non-actief gezet. Het bedrijf verklaart: “We zijn geschokt, bedroefd en ziek van de beelden die we vandaag hebben gezien. De zaken zijn stilgelegd totdat we alle medewerkers hierop hebben aangesproken en er zeker van kunnen zijn dat dit soort activiteiten nooit meer zullen plaatsvinden in ons bedrijf”.

De mishandeling van zwakke koeien is alarmerend voor de Amerikaanse consumenten, omdat 95% van de mensen vlees eet. Er moet duidelijkheid komen hoe het voedsel behandeld wordt. Ook al geven zwakke koeien een gezonde indruk, ze kunnen gevaarlijke pathogenen bevatten.

Tot zover het krantenartikel.